Leendert van der Vlist
Montelbaantoren Amsterdam
Over het schilderij
Het schilderij toont een sfeervol Amsterdams stadsgezicht in zachte, enigszins gedempte tinten, typerend voor Van der Vlists realistische stijl met impressionistische invloeden. Het is vermoedelijk geschilderd vanaf de "Kikkerbilsluis" aan de "Prins Hendrikkade", met zicht op het Oudeschans-kanaal. Aan de rechterzijde van het doek domineert de imposante Montelbaantoren het beeld. De toren rijst op in een karakteristieke mix van baksteen en natuursteen, zijn barokke opbouw scherp afgetekend tegen de vaak wat grijzige Hollandse lucht. De zon werpt een zachte glans op de gevels en reflecteert in het kabbelende water van de gracht. Linksachter in de compositie vaart een stoomboot, waarvan een dunne sliert rook zich oplost in de lucht – een teken van de bedrijvigheid van de stad. Meer naar de voorgrond, prominent in beeld, ligt een tweede boot, mogelijk een binnenvaarder of kleine vrachtboot. Aan het roer staat een schipper, met pet en grof werkjack, die met geconcentreerde blik zijn schip manoeuvreert. In de verte, als een sierlijke vinger die boven de daken uitsteekt, zien we de spits van de Zuiderkerk. Deze vormt een elegant contrapunt in de compositie en helpt de diepte van het schilderij te benadrukken. Het geheel ademt een rustige, tijdloze sfeer – een momentopname uit het vooroorlogse Amsterdam, waarin water, architectuur en het dagelijks leven harmonieus samenkomen.
Over de kunstenaar
Leendert van der Vlist was een Nederlands kunstschilder. Op jonge leeftijd kreeg Van der Vlist onder anderen les van de leermeesters Willem van der Nat en Willem de Zwart. Hij genoot zijn opleiding tot kunstschilder, met behulp van een koninklijke subsidie, aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (Den Haag). Hij heeft een lange tijd in Leiden gewoond. Een aantal Hollandse landschappen, stads- en dorpsgezichten van zijn hand uit de omgeving van Leiden stammen uit die tijd. Van der Vlist was een reislustig kunstenaar met een voorkeur voor Italië. Zo reisde hij naar Verona, Venetië, Chiogga, Florence, Viarreggio, Sienna en Barga. Maar ook in Brugge en Karlsruhe verbleef hij enige tijd. In 1938 was hij de winnaar van de 1ste prijs van het Willink van Collenfonds en in 1943 won hij de gouden medaille van Arti et Amicitiae.