Co Breman
1865 (Zwolle, Nederland) - 1938 (Laren, Nederland)
Over de kunstenaar
Co Breman wordt samen met Jan Toorop en Ferdinand Hart Nibbrig gerekend tot de voornaamste pointillisten van ons land. Het pointillisme, voor het eerst door George Seurat en Paul Signac toegepast in de jaren tachtig van de negentiende eeuw in Parijs, bestaat uit het aanbrengen op het doek van stipjes verf in ongemengde kleuren. In plaats van stipjes zetten sommige pointillisten kleine, korte verfstreekjes op het doek of een combinatie van stipjes en streekjes. Door deze techniek komt het licht in het schilderij echt tot leven. Het effect is vooral goed te zien als de beschouwer op enige afstand staat van het schilderij. Co Breman (1865-1938) gaat in 1889 naar Brussel waar hij een paar jaar lessen volgt aan de kunstacademie. Als hij daarna naar Parijs gaat om zich verder te bekwamen in het schildersvak, ziet hij het werk van Seurat en Signac. Breman is onder de indruk van het warme en heldere licht dat kunstenaars uit hun tubes weten te krijgen. Terug in Nederland vestigt Co Breman zich in het Gooi (eerst in Blaricum, vervolgens in Laren) waar hij aansluiting vindt bij de schilders van de Larense School. Zijn schilderijen in neo-impressionistische stijl zijn helder en fel van kleur. Het publiek en de recensenten moeten aanvankelijk wennen aan het bijzondere, vibrerende licht op zijn schilderijen, maar al gauw vindt zijn werk een weg naar vele kopers. Zowel in binnen- als buitenland zijn de schilderijen van Breman geliefd. Co Breman past de stippeltechniek ook toe bij zijn landschappen. Met stippen in allerlei pasteltinten geeft het zijn schilderijen een zonnige en intense uitstraling. Je voelt bijna de weldadige warmte van de zon op je huid. Breman trouwt in 1910 met kunstenaar Lizzy Schouten. Samen gaan ze op studiereis naar Italië, waar beide kunstenaars veel inspiratie opdoen en van het goede leven genieten. Op het tweejarig verblijf in Italië na, blijft Breman de rest van zijn leven in het Gooi wonen. Hij speelt een belangrijke rol in het culturele leven van Laren en Blaricum. Hij exposeert er met enige regelmaat is en is jarenlang nauw betrokken bij de plaatselijke kunstenaarsvereniging. Ondanks zijn binding met het Gooi blijft zijn geboortegrond een allesbepalende factor spelen in zijn werk. De IJssel is een belangrijke inspiratiebron voor Breman. Hij zit er graag aan de oevers, het liefst in de ochtendzon, om het meanderende landschap vast te leggen in olieverf. Werk van Breman is opgenomen in o.a. de vaste collectie van het Singer museum te Laren.