Cornelis Vreedenburgh: een groot impressionist
Bruning Heintz heeft al diverse prachtige schilderijen van misschien wel een van Nederlands grootste impressionisten aller tijden, Cornelis Vreedenburgh (zie de foto). Als het op techniek aankomt, is Vreedenburgh virtuoos. Niemand kan zo mooi het Nederlands landschap schilderen of bootjes die op een zomerdag in het water dobberen.
Desondanks is hij minder bekend dan enkele van zijn tijdgenoten. Dat kan ermee te maken hebben dat hij 1) behalve enkele reizen nooit echt de stap naar het buitenland heeft gemaakt en 2) hij gewoon een vakman pur sang was die prachtige werken wilde maken maar zijn drang tot vernieuwing zoals bij zijn boezemvriend Leo Gestel, minder groot was.
Cornelis werd in 1880 geboren in Woerden. Het grote gezin Vreedenburgh groeide op met kunst. Vader Gerrit was een verdienstelijk kunstschilder. Bovendien runde hij in Cornelis’ geboortestad Woerden een goed lopend schildersbedrijf. De kinderen trokken iedere zondag met vader erop uit om in de vrije natuur te tekenen en te schilderen. “Wij hebben eigenlijk allemaal met verf gespeeld”, zei Cornelis Vreedenburgh later eens, toen hij terugblikte op zijn kindertijd. Hij werd de beroemdste schilder van het gezin en ontwikkelde zich tot een belangrijke vertegenwoordiger van de nabloei van de Haagse School.
De jonge Cornelis begon dan ook zijn loopbaan bij zijn vader als huis- en decoratieschilder. Ondertussen benutte hij zijn vrije uren zoveel mogelijk om zich verder te bekwamen in tekenen en schilderen. Hij begon met aquarellen, tekeningen en etsen van stadsgezichten en landschappen. Naast zijn vader, van wie Cornelis zijn eerste tekenlessen kreeg, waren zijn leermeesters Gerard Roermeester en Willem Bastiaan Tholen.
Toen Vreedenburgh nog in Woerden woonde, trok hij er graag op uit met zijn boot om op het water te tekenen en schilderen. Tholen nam hem vaak mee de Kaag op en langs de Zuiderzeekusten. Daarna werkte hij enkele jaren in Nieuwkoop, Reeuwijk en Warmond.
In 1910 volgde er een reis naar Frankrijk, waar hij onder meer contact onderhield met Chris van der Windt. Na zijn huwelijk in 1913 met M. Schotel vestigde het echtpaar zich in Hattem van waar onder meer Kampen en Nunspeet werden aangedaan. In 1917 verhuisden ze naar schildersdorp Laren (waar ook een straat naar hem is vernoemd). De nabijgelegen Loosdrechtse plassen met haar talrijke bootjes vormden meer dan eens een bron van inspiratie. Vanuit Laren kon Vreedenburgh eveneens wat makkelijk naar Amsterdam op een neer, een stad die hem bijzonder fascineerde. Bovendien schilderde hij in het Franse Saint-Tropez en Arles, het Italiaanse Camogli, het Portugese Estoril en in Duitsland, Zwitserland en Palestina.
In 1937 kocht Koningin Wilhelmina twee schilderijen van Vreedenburgh: “Koeien in de wei” en “Prins Hendrikkade”. Dit laatste werk werd in de oorlog door de bezetter meegenomen en is niet meer teruggevonden. Cornelis was lid van verschillende kunstenaarsverenigingen, waaronder “Arti et Amicitiae”. Voor zijn eerste inzending hiervoor ontving hij de Willink van Collenprijs. Al zijn schilderijen werden op één na verkocht. Daarnaast ontving hij drie achtereenvolgende jaren de Koninklijke Subsidie en verschillende binnen- en buitenlandse onderscheidingen.
Op 27 juni 1946 overleed Cornelis Vreedenburgh te Laren, in de leeftijd van 65 jaar. Cornelis’ jongere broer Herman (1887-1957) is overigens ook bekend geworden als kunstschilder. Hetzelfde geldt voor zijn vrouw Marie Schotel die afkomstig was uit de beroemde schildersfamilie Schotel.
Sigrid Thomassen schreef een prachtig boek over leven en werk van Vreedenburgh: Cornelis Vreedenburgh, "schilder van stad, land en water".