Johan Dijkstra
Toscane
Over het schilderij
Kleurrijke aquarel van Groninger Ploeger Johan Dijkstra (1896-1978). Hoogst waarschijnlijk is deze aquarel in Toscane gemaakt. Dat zit zo. Vermoedelijk via de oud-historicus A.G. Roos, wiens portret hij schilderde, maakte Johan Dijkstra kennis met Ranuccio Bianchi Bandinelli (1900-1975), telg van een oude aristocratische familie uit Siena. Bandinelli was in 1931 benoemd tot bijzonder hoogleraar in de Oudgriekse en Vooraziatische Archeologie. Tussen de beide mannen ontwikkelde zich een vriendschap die, nadat Bandinelli’s in 1933 terugkeerde naar Italië, bleef bestaan. Dijkstra trok in de zomermaanden dikwijls naar Geggiano, het iets ten noordoosten van Siena gelegen landgoed van de Bandinelli familie. Als scheppend kunstenaar verkende Dijkstra vooral de omgeving waar hij logeerde. Daarvan getuigen de vele tekeningen en aquarellen, een reeks schilderijen en enkele bladen grafiek. Op de hier getoonde aquarel zien we links bovenop de heuvel de villa Geggiano, het barokke huis waar Dijkstra logeerde en waarin nog steeds een karakteristiek schilderij met een gezicht op Termunten hangt. In dit Italiaanse landschap herkennen we de expressieve schilderwijze die Dijkstra vanaf 1925 hanteerde. Het Toscaanse landschap riep bij hem dezelfde geestdrift op als het noordelijke landschap, het gebied waarmee zijn naam onverbrekelijk verbonden is. Het schilderij is voorzien van Gehring lijst
Over de kunstenaar
Johan Dijkstra was een belangrijk Nederlands expressionist. Hij woonde en wekte in Groningen waar hij samen met onder andere Jan Wiegers en Jan Altink oprichter was van de Groninger Ploeg, een bekend schildergezelschap. Hij had grote liefde voor het Groningse landschap. Vanaf 1920 experimenteerde Johan Dijkstra meer met kleur. Hij schilderde een periode in een pointillistische stijl en werd ook sterk beïnvloed door het werk van Vincent van Gogh. Hij reisde veel door het Groninger land en legde het landschap met oogstende boeren vast, maar ook de eeuwenoude kerkjes in de dorpjes. Omstreeks 1925 begon Johan Dijkstra expressionistisch te schilderen, een stijl die Jan Wiegers via zijn contacten met de Duitse expressionist Kirchner in Groningen introduceerde. Dijkstra werkte veel met wasverf, waarbij olieverf werd gemengd met wasbenzine. De verdunde verf droogde snel waardoor ‘laag op laag’ vlot konden worden aangebracht. Ook bleven de kleuren fel, waardoor vernissen overbodig was geworden en de werken een bijzondere matte uitstraling kregen. De werken uit deze jaren, met zijn felle kleuren en vereenvoudigde vormen, tonen Johan Dijkstra’s ontzag voor de Duitse schilders van de Brücke en de Noorse schilder Edvard Munch. Dijkstra zag het Groningse platteland als één zinderende kleurexplosie. Zelfs een modderige landweg met regenplassen schilderde hij in de meest uitbundige tinten paars, oranje, blauw en roze. Na 1930 is zijn meest heftige expressionisme voorbij en gaat Johan Dijkstra werken in een behoudendere stijl die het best kan worden omschreven als ‘verhevigd impressionisme’. Na 1940 zijn geen sporen meer te vinden van het modernisme uit de twintiger jaren.