Dirk Breed
1920 (Kolhorn, Nederland) - 2004 (Amstelveen, Nederland)
Over de kunstenaar
Dirk Breed werd geboren in het West-Friese Kolhorn, midden in het vlakke land van dijken en sloten. Dat landschap, waar hij als jongen de drooglegging van de Wieringermeer meemaakte, zou zijn hele kunstenaarsleven de bron van inspiratie blijven. Tijdens de oorlog kreeg hij zijn eerste schilderlessen en na 1946 studeerde hij aan de Rijksacademie in Amsterdam. Breed bleef altijd een nuchtere Westfries, maar zijn schilderijen kregen een geheel eigen, bijna dromerige kracht. Hij schilderde polderwegen, gemalen en luchten zonder schaduwen, opgebouwd uit kleine verftoetsen en heldere kleurvlakken. Vooral blauw, zei hij, “daar kun je in kruipen”. Soms verscheen er een eenzame fietser in zijn werk — vaak een alter ego van de schilder zelf — die zich door de uitgestrekte leegte voortbewoog. In 1965 verhuisde hij met zijn vrouw Lia naar Waverveen. Daar, in een huis aan de polder, hervond hij het landschap van zijn jeugd. Zijn schilderijen werden lichter van toon en ademde opnieuw de ruimte en rust van het Hollandse land. Breed kreeg in 1952 de Koninklijke Subsidie en werd in 1992 onderscheiden met de Arti Medaille. Zijn werk hing in musea als het Westfries Museum en Kranenburgh, en hij liet meer dan 1.500 schilderijen na. Toch bleef hij in de kern de jongen uit Kolhorn die de polder nooit losliet.

