Jan van Heel
Stilleven met flessen (1961)



Over het schilderij
Dit bijzondere schilderij van Jan van Heel uit 1961 is een treffend voorbeeld van de Nederlandse naoorlogse abstracte kunst. Het werk valt direct op door zijn sterke kleurcontrasten, gelaagde structuur en herkenbare maar toch vervormde vormen die verwijzen naar een abstract stilleven, mogelijk bestaande uit flessen en blokvormige objecten. Voor liefhebbers van moderne kunst en verzamelaars van abstract expressionisme is dit een karakteristiek en zeer representatief werk uit Van Heels oeuvre. In dit schilderij spelen diepe, verzadigde kleuren de hoofdrol. Vooral de donkere blauwtinten en levendige groenen zorgen voor een mysterieus, haast atmosferisch karakter. Daartussen verschijnen heldere rode vlakken die zorgen voor ritme en visuele spanning. De witte accenten in de compositie vormen echte blikvangers en trekken het oog naar het centrum van het werk. Dit samenspel van kleur geeft het schilderij een moderne en tijdloze uitstraling, ideaal voor een eigentijds interieur of een kunstverzameling waarin kleurkracht centraal staat. Hoewel het werk volledig abstract is, laat Jan van Heel subtiel herkenbare vormen doorschemeren. De verticale groene vormen herinneren aan flessen, terwijl de rechthoekige vlakken een verwijzing kunnen zijn naar objecten op een tafel of in een stillevensetting. Deze combinatie van abstractie en suggestie is typisch voor Van Heels schilderstijl in de jaren ’60, een periode waarin hij volop experimenteerde met vormversimpeling en kleurcontrasten. Een opvallend kenmerk van dit schilderij is de dikke verfopbouw (impasto). De structuur is ruw, energiek en tastbaar, alsof de verf met kracht met een paletmes of grove kwast is aangebracht. Deze expressieve werkwijze geeft het werk diepte, beweging en een bijna sculpturale kwaliteit.
Over de kunstenaar
Jan van Heel werd in 1898 in Rotterdam geboren en ontwikkelde al vroeg interesse in tekenen en schilderen. Tijdens zijn opleiding aan de avondacademie in Rotterdam legde hij de basis voor zijn latere werk. In 1926 vestigde hij zich in Den Haag, waar hij naast zijn kunstenaarschap ook werkzaam was als tekenleraar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij betrokken bij het vervaardigen van muurschilderingen in openbare gebouwen. Na de oorlog verbleef hij een periode in Parijs, waar hij zijn werk verder ontwikkelde en aansluiting vond bij internationale kunstenaarskringen. Terug in Nederland speelde Van Heel een actieve rol in de Haagse kunstwereld. Hij was medeoprichter van de kunstenaarsgroepen Verve en Fugare, die vernieuwende impulsen gaven aan de Haagse schilderstraditie. Zijn oeuvre omvat vooral clowns, landschappen, stillevens en figuren. Zijn werk wordt gekenmerkt door een rustig, gedempt kleurgebruik en een evenwichtige compositie. Van Heel nam deel aan internationale tentoonstellingen en vervulde diverse jury- en bestuursfuncties, onder meer op kunstbiënnales. Hij ontving meerdere onderscheidingen, waaronder benoemingen in de Orde van Oranje-Nassau. Hij bleef zijn leven lang actief als kunstenaar. Jan van Heel overleed in 1990 in Den Haag, maar zijn werk blijft onderdeel van belangrijke Nederlandse museumcollecties.
