Louise Loeber
Rots



Over het schilderij
In "De rots", geschilderd in 1923, laat Louise Loeber zien hoe ze de wereld om haar heen terugbrengt tot haar meest essentiële vormen. Het schilderij toont een groot rotsblok, centraal geplaatst in een gestileerd landschap, maar Loeber kiest er nadrukkelijk voor om het onderwerp niet natuurgetrouw weer te geven. In plaats daarvan abstraheert ze de werkelijkheid tot een strak en ordelijk spel van geometrische vlakken. Wat direct opvalt, is het gedurfde kleurgebruik. Heldere, contrasterende tinten zoals rood, blauw, geel en groen worden naast elkaar geplaatst zonder overgangen of schaduwen. De kleuren zijn vlak, krachtig en zuiver, wat het werk een grafisch en bijna constructief karakter geeft. De compositie lijkt niet opgebouwd vanuit een perspectivische diepte, maar eerder vanuit een plat vlak waarin alles met elkaar in balans is gebracht. Loeber werd in deze periode beïnvloed door stromingen als het kubisme, De Stijl en het constructivisme, en dat is duidelijk te zien. Toch is haar werk nooit een eenvoudige navolging van deze bewegingen; ze ontwikkelde een eigen beeldtaal, waarin natuurlijke onderwerpen — zoals deze rots — een nieuwe, bijna architectonische vorm krijgen. Ze transformeert de natuur niet tot iets zachts of romantisch, maar tot iets stevigs, geordends, haast mathematisch. "De rots" weerspiegelt Loeber’s streven naar harmonie tussen vorm en inhoud. Het schilderij is een zoektocht naar evenwicht — tussen kleur en lijn, tussen abstractie en herkenning, tussen emotie en orde. In deze vroege moderne compositie toont Loeber haar talent om met eenvoudige middelen een krachtige en vernieuwende beeldwereld te scheppen.
Over de kunstenaar
Lou Loeber was de dochter van een rijke fabrikant. Ze groeide op in de riante villa ‘Zonnehof’ op de grens van Laren en Blaricum. Haar ouders die zeer sociaal bewogen en kunstminnend waren lieten Lou schilderlessen volgen bij August Le Gras en Co Breman. Tussen 1915 tot 1918 volgt ze een opleiding aan de Rijksacademie in Amsterdam. Gedurende de jaren 1919-1920 krijgt ze les van de Larense schilderes Hans van Santen en maakt ze kennis met schilder/schrijver Toon Verhoef die haar in contact brengt met het kubisme en De Stijl. Verhoef wijst haar de weg van naturalisme naar de moderne geabstraheerde vormgeving. In de werken uit de periode 1920-21 zijn de eerste tekenen van verstrakking van vormen en versobering van kleuren herkenbaar. Bij de verzamelaar Sal Slijper bestudeert ze het werk van Piet Mondriaan. Onder invloed van Verhoef streeft ze naar een samenhang tussen de moderne kunst en het socialisme. Ze vindt dat haar werk voor het grote publiek bereikbaar moet zijn en ze gaat haar schilderijen vermenigvuldigen om zo de prijzen laag te houden. In 1927 bezoekt ze het Bauhaus en wordt ze lid van de ‘Socialistische Kunstenaarskring’. Net als haar buurman Bart van der Leck beschouwt ze volledig abstracte kunst als elitair en blijft voor haar de sterk geabstraheerde werkelijkheid het uitgangspunt. Ze trouwt in 1931 met de socialistische kunstenaar Dirk Koning. Haar werk blijft tot 1940, in overeenstemming met met haar socialistische principes, gebaseerd op herkenbare voorstellingen, hoewel zij in de vereenvoudiging van haar vormen zo ver gaat dat de latere schilderijen bijna geheel abstract zijn (zie de werken van Loeber elders op deze site). Het werk van Lou Loeber is opgenomen in de vaste collectie van o.a. het Rijksmuseum te Amsterdam, le Centre Pompidou in Parijs, Singer museum te Laren