Jo Koster
Meisjesportret



Over het schilderij
Dit indrukwekkende naturalistische meisjesportret van Jo Koster toont een dromerig roodharig meisje zittend op een tuinbank, omringd door weelderige gele bloemtrossen. Het schilderij is uitgevoerd in zachte, lichte kleurtinten en kenmerkt zich door de verfijnde toets en atmosferische uitstraling die typerend zijn voor Kosters werk in het vroege twintigste eeuw. Het portret stelt waarschijnlijk een dochter voor van Hillebrand Jacob Wichers, die van 1906 tot 1920 burgemeester van Dordrecht was. Dankzij de elegante witte jurk met pofmouwen, de verfijnde lichaamshouding en de zorgvuldig weergegeven achtergrond, ademt het werk een sfeer van rust, onschuld en verfijning. Dat is volledig in lijn met de naturalistische en impressionistische invloeden die Jo Koster tijdens deze periode in haar oeuvre verwerkte. Met zijn royale formaat van 110 cm hoog en 80 cm breed is dit schilderij een opvallend en museaal kunstwerk. Het toont niet alleen Kosters meesterlijke beheersing van licht, kleur en compositie, maar vormt ook een historisch waardevol document van de Dordtse elite rond 1900. Dit meisjesportret is een schitterend voorbeeld van vroeg-twintigste-eeuwse Nederlandse schilderkunst, waarin persoonlijke portretten, natuurgetrouwheid en een poëtische sfeer samenkomen.
Over de kunstenaar
Jo Koster werd in 1868 geboren als dochter in een officiersgezin. Door de regelmatige overplaatsingen van haar vader kon het gezin nooit echt aan een plaats hechten. Dit is waarschijnlijk een voor de belangrijkste verklaringen voor het feit dat Jo Koster er later als kunstenares zo’n zwervend bestaan op nahield. Op de middelbare school kreeg Jo Koster haar eerste tekenles. Nadat zij talent toonde mocht zij in 1885 naar de Rijksnormaalschool voor Tekenonderwijs in Amsterdam en in 1888 naar de Academie in Rotterdam. Na haar academietijd werkte ze enige tijd in een vrij klassieke wijze als portretschilderes. In 1894 trekt ze naar Parijs en later naar Brussel komt ze in aanraking met de op dat moment in zwang zijnde post-impressionistische experimenten. Als ze naar Nederland terugkomt, vestigt ze zich na enige omzwervingen in het kunstenaarsdorp Laren waar ze beïnvloed wordt door de schilder Ferdinand Hart Nibbrig en in contact komt met de kunstpedagoog H.P. Bremmer. In 1902 verhuist Jo Koster naar Zwolle en ontdekt het nabijgelegen pittoreske Staphorst als onderwerp. Ze verhuist naar Hattem en begint zich, om zich te onderscheiden van andere kunstenaars met de naam Koster, Jo Koster van Hattem te noemen. Door haar contacten met Bremmer en haar schilderwijze wordt ze ook vaak tot de ‘Bremmerianen’ gerekend. Dit mede door haar geheel eigen en in het bijzonder door Vincent van Gogh, Bremmer en Hart Nibrig beïnvloede variatie van het divisionisme. In de jaren 20 en 30 woont en werkt Jo Koster langere tijden in Italië, Frankrijk, Spanje en Duitsland. Werk van Jo Koster is o.a. te vinden in het Voerman museum te Hattem, het Stedelijk Museum Kampen en het Singer Museum te Laren.



