Maurits Escher
Nieuwjaarskaarten voor 1953-54-55-56 met de 4 elementen (i.o.v. Eugene en Willy Strens)



Over het schilderij
De vier nieuwjaarskaarten die M.C. Escher maakte in opdracht van het Maastrichtse echtpaar Eugène en Willy Strens behoren tot zijn meest persoonlijke en speelse grafiekwerken. Ze zijn een fascinerend voorbeeld van Eschers creatieve veelzijdigheid: 1. Unieke combinatie van vriendschap en kunst Eugène Strens was wiskundige en typograaf, met een grote interesse in grafische kunst en wiskundige principes — een combinatie die hem nauw verbond met Escher. De kaarten waren geen commerciële opdrachten, maar eerder vriendschappelijke projecten. Escher kon daardoor vrij experimenteren met beeld en idee, wat resulteerde in heel persoonlijke en creatieve ontwerpen. 2. Speelse symboliek en dubbele betekenissen De kaarten bevatten vaak woordspelingen, visuele raadsels of symbolische elementen. Ze zijn niet zomaar nieuwjaarswensen, maar eerder kleine grafische puzzels of meditaties over tijd, verandering, en perspectief — allemaal thema’s die Escher ook in zijn grotere werk verkende. 3. Typische Escher-technieken in kleine vorm De kaarten tonen Eschers fascinatie met metamorfose, spiegelingen, oneindigheid en onmogelijke ruimten. In deze kleine formaatjes wist hij toch zijn karakteristieke stijl en thema’s toe te passen. Het zijn miniaturen waarin je zijn hele denken kunt terugvinden. 4. Grafische perfectie Zoals altijd bij Escher is ook hier de technische uitvoering subliem. Hij gebruikte houtsneden of houtgravures, waarbij hij veel aandacht gaf aan de typografie (vaak ontworpen door Strens) en de balans tussen beeld en tekst. 5. Voorloper van latere meesterwerken In sommige kaarten zijn elementen te herkennen die in latere, beroemde werken terugkomen — zoals optische illusies, architectonische fantasieën en wiskundige structuren. Ze zijn dus niet alleen charmante kleine werken, maar ook stapstenen in zijn artistieke ontwikkeling. DE KAARTEN ZELF WORDEN HIERONDER KORT OMSCHREVEN: 1. AARDE (Felicitas 1953), 15,5 x 13,5 cm Deze kaart toont een vlakvulling met mieren, die symbool staan voor het element aarde. Escher gebruikte symmetrische patronen met 2- en 4-tallige rotatieassen om een gevoel van stabiliteit en structuur te creëren, passend bij het aardse thema. 2. LUCHT (Felicitas 1954), 15,4 x 13,4 cm Voor het element lucht ontwierp Escher een patroon van vliegende vogels. Hij paste een verschuivingssysteem toe zonder gebruik van spiegeling of rotatie, wat een gevoel van beweging en vrijheid oproept, kenmerkend voor lucht. 3. VUUR (Felicitas 1955), 15,6 x 13,5 cm De vuurkaart bevat een dynamisch patroon van demonische figuren, weergegeven in warme kleuren zoals geel en oranje. Escher gebruikte glijspiegeling om de vurige energie en onvoorspelbaarheid van vuur te symboliseren. 4. WATER (Felicitas 1956), 15,5 x 13,5 cm Voor water koos Escher een patroon van vissen in blauw en groen. Hij maakte gebruik van rotatiesymmetrie rond een tweevoudige as in het midden van het vierkant, wat de vloeiende en cyclische aard van water weerspiegelt.
Over de kunstenaar
Maurits Cornelis Escher is een van ’s werelds meest beroemde grafici. Zijn kunst wordt wereldwijd door miljoenen mensen bewonderd. Nadat hij gezakt is voor zijn eindexamen, en na een kort intermezzo in Delft, begint M.C. Escher met zijn lessen bouwkunde aan de School voor Bouwkunde en Versierende Kunsten in Haarlem. Al na een week vertelt hij zijn vader dat hij wil ophouden met zijn lessen bouwkunde en zich wil toeleggen op de studie grafische kunsten. Hij wordt hierin gesteund door zijn leraar Samuel Jesserun de Mesquita, aan wie hij zijn tekeningen en linoleumsneden heeft laten zien. Nadat hij zijn school heeft afgerond reist hij langdurig door o.a. Italië, waar hij zijn vrouw Jetta Umiker ontmoet en met wie hij in 1924 trouwt. Zij gaan naar Rome, waar zij tot 1935 wonen. Gedurende deze 11 jaar reist M.C. Escher ieder jaar door Italië waarbij hij tekeningen en schetsen maakt die hij, later thuis in zijn atelier, gebruikt voor zijn prenten. Gedurende zijn leven maakt Escher 448 litho’s, houtsneden en houtgravures en meer dan 2000 tekeningen en schetsen. Naast zijn werk als graficus, illustreert hij boeken, ontwerpt tapijten en bankbiljetten, postzegels, wandschilderingen, intarsia panelen etc. M.C. Escher wordt gefascineerd door de regelmatige geometrische figuren van de wand -en vloermozaïeken in het Alhambra, een veertiende-eeuws kasteel in Granada, Spanje, dat hij in 1922 en 1936 bezoekt. In 1941 ging het gezin Escher terug naar Nederland en verhuisde naar de Nicolaas Beetslaan 20 in Baarn. Vanaf 1955 woont Escher op de Van Heemstralaan 28, waar hij tot 1970 bleef. Deze periode is Eschers productiefste, maar twee operaties weerhielden hem ervan prenten te maken. Tijdens zijn wandelingen door de bossen bij Baarn ontstonden de ideeën voor zijn werken Drie Werelden, Modderplas en Rimpeling. Eschers vrouw verhuisde in 1968 terug naar Zwitserland, waar ze de rest van haar leven zou doorbrengen. Escher verhuisde in 1970 naar het Rosa Spier Huis in Laren (NH), een rusthuis voor kunstenaars waar hij een eigen atelier had. Hij overleed in 1972 op 73-jarige leeftijd in Hilversum en werd begraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Wijkamplaan te Baarn.