Ben Walrecht
Tuin



Over het schilderij
We kijken door een dicht bladerdak heen, waardoor het licht gefilterd wordt en het tafereel een wat koele, groene gloed krijgt. De voorgrond wordt gedomineerd door stevige boomstammen en hun bladerdek; ze vormen als het ware een natuurlijke omlijsting. Links loopt een smal pad dat zich half verscholen een weg door de tuin baant. Op de grond, linksvoor, staan enkele emmers. Hun aanwezigheid maakt de scène huiselijk en alledaags – het suggereert dat dit niet slechts een boomgaard is om naar te kijken, maar een plek waar gewerkt en geoogst wordt. Misschien zijn ze bedoeld om gevallen appels of peren op te vangen, of om fruit te verzamelen dat net geplukt is. In de verte, tussen de bomen door, zien we flarden van een boerderij: een dakrand, een gevel, misschien een schuur. Het blijft fragmentarisch, alsof de boomgaard het belangrijkste onderwerp is en de bebouwing slechts een stille herinnering vormt aan het leven dat zich erachter afspeelt. De compositie benadrukt de diepte: van de schaduwrijke voorgrond met bomen en emmers, via het pad dat de blik meeneemt, naar de lichte openingen tussen de stammen waar de boerderij schemert. Het werk ademt daarmee zowel rust als activiteit — de stilte van een zomerse boomgaard, maar ook de suggestie van handwerk, oogst en dagelijks boerenleven.
Over de kunstenaar
Bernardus Hermannus David (Ben) Walrecht was een Nederlands impressionistisch kunstschilder en beeldhouwer. Hij volgde de kunstnijverheidsopleiding aan de Academie Minerva. Daarna was hij werkzaam als reclame-ontwerper. Hij schilderde vooral Groninger stadsgezichten, landschappen (met name rond het water) en portretten. In 1936 sloot hij zich aan bij het kunstenaarscollectief De Ploeg. Werk van Walrecht verscheen onder andere in het Zwart-Wit boek, samengesteld door Hendrik Werkman. Zijn passie voor het water leidde tot de aankoop van een schip, de "Catharina", waarop hij ging wonen, en waarmee hij 's zomers met George Martens en Johan Dijkstra door Friesland zeilde en ook Amsterdam aandeed. In 1939 verloor Walrecht zijn beide ouders bij een brand in de Steentilstraat in Groningen. Na de Tweede Wereldoorlog legde Walrecht zich meer toe op de beeldhouwkunst. Hij werkte in allerlei verschillende materialen: steen, hout, klei, brons en beton. Alhoewel hij tot 1952 met De Ploeg exposeerde werkte hij na de oorlog vooral buiten Groningen, vooral in Amsterdam, Enkhuizen en Loosdrecht. Werk van Walrecht is onder andere te zien in het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen en het Groninger Museum.