William Henry Singer
Noors berglandschap



Over het schilderij
De Amerikaanse kunstenaar William Singer (1868–1943), samen met zijn vrouw Anna vooral bekend als oprichters van het Singer Museum in Laren, speelde een belangrijke rol in de Nederlandse kunstwereld. Als zoon van een rijke staalmagnaat koos William niet voor het zakenleven, maar voor een leven dat volledig in het teken stond van kunst en gevoel. In 1911 lieten William en Anna door architect Hanrath een villa met atelier bouwen in Laren, die zij ‘De Wilde Zwanen’ noemden. Dit was een verwijzing naar hun vele reizen naar Olden in Noorwegen, waar zij zich één voelden met de trekvogels en de ongerepte natuur. Naast een gedreven verzamelaar was Singer zelf een begaafd schilder, vooral bekend om zijn sfeervolle werken in pastel. Hoewel het sociale leven van het echtpaar zich in Laren afspeelde, vond William zijn diepste artistieke inspiratie in de Noorse landschappen. De ruige bergen, besneeuwde hellingen en veranderlijke luchten wist hij met grote liefde en verfijning vast te leggen. Dit landschapsschilderij uit 1925 is daar een prachtig voorbeeld van: een verstild wintertafereel dat, ondanks de sneeuw, een belofte van rust, licht en het ontwaken van de lente in zich draagt.
Over de kunstenaar
William Henry Singer Jr. werd op 5 juli 1868 in Pittsburgh geboren. De wens van zijn vader was dat hij hem opvolgde in zijn bedrijf Singer-Nimick & Co. William wilde echter kunstenaar worden. Schilderen en tekenen was zijn liefste bezigheid. Zijn moeder kon daar wel begrip voor hebben, maar zijn vader zag daar niets in en plaatste William tegen zijn zin in zijn zaak om het vak te leren. In 1895 trouwde hij met de 10 jaar jongere Anna Spencer-Brugh en ze vestigde zich aanvankelijk in Allegheny, maar vertrokken al kort daarna naar Monhegan, een kunstenaarskolonie voor de kust van Maine. Diverse personen uit zijn omgeving o.a. de invloedrijke Carnegie raakten bekoord door de kunst van William en daardoor zag zijn vader in dat William niet bestemd was om zijn bedrijf voor te zetten. William werd kunstenaar, maar hij moest zijn inkomen zelf verdienen! Hij trok daarop met zijn vrouw naar Monhegan, een klein vissersplaatsje aan de kust van Maine. Daar schilderde hij kustgezichten met schepen. Vandaar vertrok het echtpaar, vergezeld met een vriend, de Amerikaanse beeldhouwer-schilder Martin Borgord naar Parijs, waar hij ging studeren aan de academie Julien en bij Jean Paul Laurens. Hij raakte bevriend met de Parijse schilders en werd daardoor geinspireerd. In Parijs hoorde hij van het Larense schildersdorp in Nederland en hij besloot daarheen te gaan. Zijn vriend Borgord ging met hem mee. William was een wat dromerige figuur die van stilte, rust, de vrije natuur en bomen hield. In Laren hoopte hij dat te vinden wat hij zocht en nam in 1901 intrek in het Hotel Hamdorff. Aanvankelijk leek het wel te lukken en schilderde hij er enkele Gooise landschappen, maar al spoedig verloor hij zijn inspiratie en in de zomer van 1904 ging hij en vriend Borgord naar Noorwegen om daar te schilderen. Laren bleef de vaste woonplaats van het echtpaar Singer al schilderde hij regelmatig in Noorwegen. De vader van William droeg zijn zoon ondanks alles een warm hart toe, want hij zond hem voor zijn eerste verjaardag in Laren vanuit Amerika een cheque met een zeer hoog bedrag. Jan Hamdorff moest er voor zorgen dat de cheque op de morgen van zijn verjaardag naast het ontbijtbord van William kwam te liggen. Jan las het bedrag en kon zijn ogen niet geloven. William Singer was in verschillende opzichten een bijzondere figuur onder de Larense kunstenaars. Hij kan niet echt onder “de Larense schilders” gerangschikt worden, want zijn artistieke leven lag geheel in Noorwegen. Hij heeft ook altijd zijn Amerikaanse nationaliteit behouden. Desondanks was zijn persoonlijk leven sterk gebonden aan Laren en de Larense kunstenaars. Omstreeks 1911 gaf hij de architect J.V. Hanrath opdracht aan de Oude Drift in Laren een riante villa met een schildersatelier te bouwen. De Singers gaven deze villa de naam ‘De wilde Zwanens omdat zij zich door hun romantische tochten naar Noorwegen aan deze trekvogels verwant voelden. Zij konden hun nieuwe huis eind 1911 betrekken. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog bevond het echtpaar Singer zich in Noorwegen. Pas na de vrede keerde zij terug naar Nederland en Laren. In 1937 realiseerde William Singer zijn plan om door architect Elzinga het grote huis ‘Nederheem’ aan de Torenlaan in Blaricum te laten bouwen om daar zijn vele gasten te kunnen ontvangen. In de korte periode dat zij daar woonden werden er ook huisconcerten gegeven. Inmiddels hadden zij een omvangrijke kunstcollectie verzameld. Henri Singer overleed op 29 december 1943 in Noorwegen in de plaats Olden.
